WelkomstpaginaLa Bien Aimée: NuLa Bien Aimée: WerktafelLa Bien Aimée: Vragen?

Oorsprong | Riten | Werkwijze | Invloeden | Begin | Bataafse revolutie | Beleid | 20e Eeuw | Bronnen

Beginjaren 4/5

De term ‘La Bien Aimée’, de welbeminde, was een courante uitdrukking rond 1750, de Franse koning Lodewijk XV had als bijnaam ‘Le Bien Aimé’. Voor de logebroeders verwees de naam echter naar wat voor hen het kostbaarst was, vriendentrouw. Ze lieten die in 1756 allegorisch uitbeelden door de kunstschilder George Remi Robart als een vrouw, gezeten op een troon, met lauwertak en vrijmetselaars werktuigen aan haar voeten. De rechterhand is met een witte doek behangen als teken dat die hand niet weet wat de linker doet. Dit zinnebeeld siert nog steeds het Grootzegel en het vaandel van de loge.

Dadelijk na de heropening begon voor ‘La Bien Aimée’ een periode van sterke groei. Deze leidde er onder meer toe, dat de loge waarschijnlijk in 1761 verhuisde naar een grotere zaal voor de bijeenkomsten in de Oude Doelen, op de hoek van de Kloveniersburgwal. Tegelijk ontstond echter een ernstig conflict met de in 1756 verkozen Grootmeester A.N. baron van Aerssen Beieren. Om het gezag van de Grootloge over de loges in den lande te vestigen, wilde Van Aerssen dat zij hun constitutiebrieven door hem lieten ratificeren, het primaat van door de Grootloge uitgevaardigde besluiten boven logewetten en gebruiken erkenden en tenslotte contributie aan Den Haag afdroegen. Die onderwerping lag gevoelig bij de loges, want ze waren tot dan toe volkomen onafhankelijk geweest. Bij ‘La Bien Aimée’ viel Van Aerssens streven echter om een bijzondere reden extra slecht. De loge wilde graag erkend worden als één van de oudste loges in het land met als oprichtingsjaar 1735, had daar echter geen bewijs voor. ‘La Bien Aimée’ bezat namelijk geen constitutiebrief, waarschijnlijk omdat Rousset ‘De la Paix’ helemaal op eigen gezag had gesticht. Zonder deugdelijke documentie kon Van Aerssen natuurlijk niet zomaar een hoge anciënniteit toekennen, wat de loge opnam als een krenking van haar waardigheid. Door wederzijdse stroefheid liep het conflict volledig uit de hand, wat ertoe leidde dat ‘La Bien Aimée’ drie jaar lang buiten de Grootloge werkte. Pas in 1759 kon, dankzij tactvol optreden van een nieuwe Grootmeester, C.B. baron van Boetzelaer, en van voorzittend meester Johan Schreuder van ‘La Bien Aimée’, de loge terugkeren tot het landelijke verband.

<< Vorige | Volgende >>